Soorten omgangsregelingen na de echtscheiding

Een van de zaken die vastgelegd wordt in het ouderschapsplan bij een echtscheiding is de omgangsregeling voor de (minderjarige) kinderen. Na een echtscheiding hebben kinderen het recht op contact met beide ouders. De vorm daarvan kan onderling worden afgesproken in goed overleg, maar is meestal onderdeel van het ouderschapsplan dat bij de echtscheiding door de rechter bekrachtigd wordt.

Bezoekregeling

In de bezoekregeling, oftewel omgangsregeling, staan alle afspraken over de omgang met de niet-verzorgende ouder. Dit houdt eigenlijk in: wanneer ziet de ouder die het kind of kinderen die bij hem of haar de minste tijd doorbrengen en dus het minst ziet en/of verzorgt? Eigenlijk hangt dit helemaal af van je persoonlijke situatie. Vroeger was dit vaak om het weekend een weekend naar de vader en de vakanties en feestdagen door de helft. Deze vorm zien we tegenwoordig steeds meer verdwijnen.

Co-ouderschap

Dit is een vorm die we juist steeds meer zien. Bij co-ouderschap is er sprake van een gelijke verdeling van de taken rondom de verzorging en de opvoeding en de kosten. De kinderen zijn dus even vaak bij de moeder als bij de vader. Hoe dan die tijd verdeeld is, bepaal je samen. Het kan zijn de ene week bij papa en de andere week bij mama of het opdelen van de week. Dus als ouder ben je allebei even nauw betrokken bij de dagelijkse bezigheden als voor de scheiding. Als ouders moet je wel kijken of het praktisch goed te doen is in verband met school, je werk, sport en andere activiteiten van de kinderen.

Birdnesting

Dit is eigenlijk een vorm van co-ouderschap, maar in dit geval blijven de kinderen altijd in hun ouderlijk huis. Ze hoeven dus niet heen en weer van mama’s naar papa’s huis. Om de beurt kom je als ouder dan van je nieuwe woonadres naar het ouderlijk huis en blijf je jouw tijd van de week bij de kinderen. De kinderen hebben hierdoor een vaste basis en is het geen wekelijks gesleep van spullen. Nadeel is wel dat je als ouders nu extra lasten hebt en dit moet je wel kunnen betalen. Ook kan het emotionele aspect hier een rol bij spelen: het ouderlijk huis is immers de plek waar je eerst samen een gezin vormde.

Inspraak kinderen

Zodra je kind 12 jaar is, heeft het inspraak in de bezoekregeling. Een rechter zal dan ook altijd de mening van een kind aanhoren als hij of zij graag wat wil zeggen over de omgangsregeling die wordt afgesproken.

Omgangsregeling niet-ouders

Ook andere mensen die een hechte band hebben met de kinderen kunnen aan de rechter vragen of ze een omgangsregeling mogen. Bijvoorbeeld de opa’s en de oma’s, maar ook ooms, tantes, neefjes, nichtjes, enzovoort. De rechter zal dan kijken of er dan een regeling moet komen. Hierbij kijkt hij niet alleen naar bijvoorbeeld de bloedband. Hij kijkt ook naar of er echt sprake is van een hechte relatie met het kind en naar het belang van het kind zelf.

Voorlopige omgangsregeling

Soms kan het ook voorkomen dat er sprake is van een voorlopige omgangsregeling. Dit kan een rechter inregelen op het moment dat hij nog geen definitieve uitspraak heeft gedaan. Bijvoorbeeld omdat een situatie nauwer onderzocht moet worden of dat er langzaamaan een band opgebouwd moet worden tussen het kind en de ouder en dit in een later stadium geëvalueerd gaat worden alvorens er een definitieve regeling afgesproken wordt.

Wijzigen omgangsregeling

Er kan altijd een verzoek worden ingediend bij de rechtbank om een vastgelegde regeling aan te passen. Soms is er wat veranderd in de omstandigheden van een van de ouders of kinderen en kan een van de ouders vragen om een wijziging.