De basisvergoeding voor de gefinancierde rechtsbijstand in Nederland daalt de komende jaren. Naar verwachting zal de daling 2,50 euro zijn: er komt een eerste verlaging met 35 cent naar 105,61 euro, per 1 januari 2016 zal de rest van de verlaging ingaan. Ook wordt de basisvergoeding tot en met 2018 niet geïndexeerd. De advocatuur maakt zich zorgen, omdat deze verlaging er toe zou leiden dat de toegang tot het recht in gevaar komt.
Teeven
Staatssecretaris Teeven laat echter weten dat hij achter deze verlaging blijft staan: “Dat vind ik niet onredelijk, nu door macro-economische ontwikkelingen veel beroepsgroepen al langere tijd op de nullijn staan”. Daar voegt hij aan toe: “De urgentie om nu maatregelen te nemen is enerzijds gelegen in het bij de tijd brengen van het stelsel die maar past bij onze visie op de toegang tot het recht, en anderzijds in de financiële beheersbaarheid van dat stelsel na een periode waarin de kosten substantieel en structureel zijn toegenomen. Toegankelijkheid van het recht voor alle rechtzoekenden, nu en in de toekomst, is dan ook het primaire doel van de stelselherziening.”
Hoge kwaliteit en subsidies
Om zijn standpunt te onderbouwen, haalt Teeven ook nog een rapport van The Hague Institue for the Internationalisation of Law (HiiL) aan. Daarin staat dat de kwaliteit en toegang tot het recht in Nederland en Finland het hoogst is. Daarnaast neemt Nederland de derde plaats in als het gaat om de hoogte van gesubsidieerde bijstand: “Mede op basis van de in het rapport verzamelde data stel ik vast dat Nederland in Europees perspectief een ruimhartig stelsel van rechtsbijstand kent”, besluit Teeven.